Bacteriën zijn zo slecht nog niet

Bacteriën zijn zo slecht nog niet

 

Bacteriën zijn zo slecht nog niet

Sinds Louis Pasteur als eerste een bacterie door zijn microscoop zag, zijn we deze kleine wezentjes de schuld gaan geven van alles wat met ziekte en bederf te maken heeft. Meer dan twee honderd jaar zaten we voor een groot gedeelte op het verkeerde spoor.

Pas sinds wetenschappers via DNA bepaling heel precies kunnen zien welke bacteriën er nou in onze darmen leven, wordt er gedegen onderzoek gedaan naar de link tussen micro-organismen en een goede gezondheid. Veel van onze huidige welvaartsziekten worden onder de loep genomen en vanuit de microbiologie bekeken. Raar? Nee, helemaal niet. Een gemiddeld mens heeft ongeveer 700 soorten bacteriën in zijn darmen wonen. Maar er zijn al meer dan 6.000 darmbewoners bekend. Dit betekent dat er oneindige veel variaties in darmsamenstelling mogelijk zijn.

En al deze darmbewoners hebben hun eigen voorkeur van het voedsel dat ze willen verwerken en ook hun eigen afvalstoffen die ze produceren. Dat betekent dat ieder mens dus anders zou moeten eten om zijn bacteriën te voeden en daarmee indirect ook zichzelf. Want veel van wat we eten moet eerst door bacteriën – of de enzymen die ze maken – bewerkt of verteerd worden voordat ons lichaam het op kan nemen.

Sommige van darmbacteriën scheiden gunstige afvalstoffen uit, maar sommigen juist schadelijke. Zo maken sommige darmbacterien essentiële vetten voor onze darmen aan, terwijl Clostridium bacteriën juist stoffen maken die onze darmwand kunnen afbreken. Heel simpel gezegd betekent dit dat je bij een teveel aan verkeerde bacteriën een tekort aan voedingsstoffen in je lichaam kan hebben en een teveel aan schadelijke stoffen. En het vermoeden is, dat dit weer kan leiden tot allerlei ziektebeelden zoals: astma, allergieën, depressies, obesitas, diabetisch en zelfs de niet genetische variant van autisme.

Onze westerse levenswijze – met antibiotica, steriele voedingswaren, suikervervangers, schadelijk medicijnen, overmatig alcohol en onze altijd aanwezige drang om alles te wassen en schoon te maken – heeft ervoor gezorgd dat onze microbiota uit balans is. Eigenlijk helemaal niet verwonderlijk! Ga maar eens een paar uur in een dierentuin kijken wat dieren doen. Precies het tegenovergestelde van ons. Zo eten ze bijvoorbeeld alles op wat ze tegenkomen, vers of verrot, het zal ze een worst wezen. En dat licht verrote voedsel maakt nu net het verschil. Door vanaf zijn geboorte veel levende bacteriën binnen te krijgen, bouwt een dier zijn eigen unieke microbiota op, train hij zijn imuunsysteem en ondersteunt hij – op latere leeftijd – de bacteriën die reeds in zijn darmen gevestigd zijn. En zeg nou eens eerlijk! Zijn wij ook niet gewoon dieren?

Ik zeg niet dat je verrot voedsel uit je GFT bak moet gaan eten, maar we zouden wel meer van het licht verrotte voedsel moeten eten wat we gefermenteerd noemen. Gefermenteerde voeding is voeding die door micro-organismen is omgezet in een ander product: zuurkool, augurken, olijven, miso, tempeh, kimchi etc.

En fermenteren kun je gemakkelijk leren. Kijk maar hoe makkelijk het maken van zuurkool is.

Ingrediënten

800g rode kool

15g fijn zout

Eventuele smaakmakers

Kruiden/specerijen

Verse knoflook, gember, rode peper of ui

Bereiding

Snijd de kool in dunne, lange sliertjes. Met het zout erdoor en kneed het 5 minuten totdat het goed vochtig is. Meng er je smaakmakers naar keuze door. Doe de kool in een beugelpot van 1 liter, sluit de pot af en laat hem minstens 3 dagen bij kamertemperatuur (20°C) staan. Door het zout gaan alle ongewenste micro-organismen dood en zullen de melkzuurbacteriën (die goed tegen zout kunnen) de koolhydraten uit de kool om gaan zetten in melkzuur.

 

Gastblog geschreven door Christian Weij, Fooddesigner en fermentatie expert 

Puur-e – EetLokaal van Chris
Kookboek Verrot Lekker: www.verrotlekker.nl

,

No comments yet.

Geef een reactie